Sophia’s karma
Sophia, de dame met rode jurk herinnert zich haar vorig leven. Het was in de 11e eeuw. Ze heette Elisabeth. Ze was in harmonie met de natuur en de dierenwereld en had de gave om mensen te genezen. Een ingrijpende gebeurtenis zou haar leven op zijn kop zetten. Ze ontmoette de Heer, een man in een witte mantel. Ze werden verliefd en kregen een kind genaamd Hoop. De heer veranderde echter ... Vanwege zijn nobele afkomst was het niet de bedoeling om met een 'simpele' vrouw als Elisabeth te trouwen. Ze mochten niet samen zijn. De edelen stuurden gezanten om de zwangere Elizabeth te doden. Elisabeth wist echter te ontsnappen en doodde haar vervolger. Ze keerde nooit naar huis terug en vond onderdak in een klooster. Nu ging de Heer (in een donkere cape) op zoek naar Elisabeth en Hoop. Maar ze waren niet meer in hun huis te vinden. Op een gegeven moment vonden gezanten van de Heer Elizabeth en Hoop in het klooster, waar ze drie zorgeloze jaren hadden doorgebracht. Haar dochter Hoop werd haar weggerukt. Nu had ze helemaal niets meer. Haar trots, haar kind, haar liefde en haar zin om verder te leven werden haar afgenomen. Ze besloot te sterven in het meer. Daar werd ze gevonden en Ze werd opgeborgen. Het karma herhaalde zich in het leven van Sophia en ze trof in deze tijd opnieuw de ziel van de Heer. Maar vanaf nu was ze sterker. Ze behield haar waardigheid en de trots van haar ziel.